July 2005 Tjerk Lammers

Magazine Aloha: Leo Koster Band – After the Break

 

Leo Koster debuteerde in 1980 met het album Gigs, Licks & Chicks, maar raakte daarna in de vergetelheid omdat hij besloot achter de schermen van de popmuziek te werken. Maar het bloed kruipt, dus een kwart eeuw na dato is Leo weer terug. En da’s mooi: Koster heeft een markante stem en speelt vaardig gitaar, en hij was slim genoeg om zijn beroemde kennissenkring in te schakelen. En zo bestaat de Band uit zwaargewichten Han Bavinck (Carlsberg, Superjones) op gitaar, Chip Visser (City to City, Moonflower, Secret Sounds) op bas en Pim Koopman (Diesel, Kayak en gerenommeerd producer) op drums.

Kees Maat (Fungus) speelt sfeervol accordeon. Gastbijdragen komen o.a. van Jelle Paulusma (Daryll-Ann), Jan van der Meij (Powerplay) en Marc Boon (Diesel).

Koster leverde zelf enkele heel aardige nummers, maar acht van de twaalf songs zijn covers, zoals Dylan’s A Hard Rain’s Gonna Fall (hier in een Byrds - achtige bewerking), Neil Young’s Last Trip To Tulsa (dat nu erg aan Dave Edmunds doet denken) of Chris Hillman’s Time Between (op z’n Dillard & Clarks).

Het wordt allemaal zo goed gedaan, dat je gaat verlangen naar een optreden van man en band, in een rokerig muziekcafé, onder het genot van een gezellig biertje. Of biertjes, want het opmerkelijkste nummer is misschien wel Drunken Sailor. Koster geeft er zo’n aardige draai aan dat je de versie van Ferre Grignard bijna zou vergeten.